Bezinning - door Eleanor S. Ruby

Zomaar een donderdagochtend in december. Ik lees de vlot geschreven blog van Nicole Ramsaran over de online Studiedag die afgelopen maand plaatsvond. Het herinnert me aan de studiedag waar ik zelf ooit enthousiast en vol verwachting aan deelnam en tuimel verder terug in de tijd. Februari 2019: basisopleiding bij Jowi Schmitz, fenomenaal uitzicht op het water, dobberende boten en blokken dozen aan de overkant. Sessies waarbij we voor inspiratie even naar buiten mochten lopen met notitieblok in de hand, de kou trotserend, af en toe met een schuin oog naar onze juf: ‘is het al tijd? Of mogen we nog even...?’ En toch voelde het ook tijdloos. Kan zoiets? Eenmaal op de tweede verdieping terug in het zadel was het: ’nog een minuutje, dan leg je je pen neer en doen we een rondje’. Temidden van een uiterst kleurrijk, gemêleerd gezelschap waarin elke leeftijdsgroep wel werd vertegenwoordigd: vroeg-twintigers, een enkele zestiger en alles daartussen. Enkel dames, uit verschillende windstreken, verbonden door hun passie voor het schrijven. Die eerste modules waren voor mij een openbaring. Ik wist dat ik nooit meer terug wilde naar mijn leven pre-Schrijversacademie.

Daarna bleef ik nog even kleven bij Jowi voor de specialisatie Romans & Korte verhalen. Ik leerde een prettig, nieuw groepje dames kennen. Ieder had zo haar eigen ideeën over wat ze wilde schrijven en hoe ze dat dan wilde doen. Van Young Adult tot magisch realisme tot reisverhalen. Hier legde ik de fundamenten voor de psychologische roman waar ik inmiddels al bijna een jaar mee bezig ben. Er vloeiden thema’s uit mijn pen die ik niet van plan was te gebruiken, en personages die een tikkeltje te veel leken op mensen uit mijn eigen leven. Ik begreep dat mijn onderbewustzijn me via mijn teksten iets probeerde te vertellen. Des te interessanter de verloop van de specialisatie die volgde en wat het teweegbracht.

Autobiografisch schrijven bij Manon Duintjer was de volgende specialisatie op mijn planning. Wat ik dacht te vinden, vond ik niet. Wat ik wilde voelen, voelde ik juist niet. En wat ik graag wilde vermijden, drong zich op. Bijna hing ik mijn pen aan de wilgen. Ik heb zelfs nog contact gezocht met Manon: ik wist niet zo goed hoe ik mijn emoties moest plaatsen en de weerstand die ik voelde bij het schrijven. ‘Is dit iets waar ik doorheen moet? Ligt het aan de groep? Of is dit gewoon niets voor mij?’ en: ’is dit normaal als je over je eigen leven schrijft?’ Ik schreef mijn stukken normaliter graag met veel fantasierijke details, bombarie, lange zinnen en talloze zintuigelijke waarnemingen. Ik wilde de lezer verdorie meenemen in mijn verhaal, ze meesleuren in mijn fantasiewereld, waar toevalligerwijs ook een paar dingetjes verstopt zaten uit mijn eigen leven. Maar wat er echt is gebeurd, die specifieke gebeurtenissen die mij hebben gebroken en geheeld, hield ik liever veilig achter gesloten deurtjes. Maarja, dat gaat niet he, als je een module Autobiografisch doet... En dan te bedenken dat Autobiografisch leren schrijven notabene een van de redenen was om de opleiding te volgen. Dood, rouw, ziekte: hoe ga ik dat zo schrijven, dat ik niet ten onder ga aan heftige emoties, er zelfs plezier in heb, mijn flow vasthoudt en de potentiële lezer niet afhaakt na drie pagina’s tranen deppen of, erger nog, van verveling? Misschien zat het dus daarin: angst. In eerste instantie schreef ik mijn kleurrijke uiteenzettingen over oma: onze Indische matriarch waaraan mijn herinneringen vooral zoet, zout en bitter zijn en knalgroen, fuchsiaroze en poepbruin. Met daaromheen een Batikstofje gewikkeld, geurend naar Kretek. ‘He’, durfde iemand uit de groep me bloedeerlijk te vertellen, ’leuk die oma, maar waar ben jij in dit verhaal?’ Slik. En toen moest ik omschakelen. Er kwamen een paar ongebruikte, roestige wieltjes en radertjes in beweging: het mocht over mezelf gaan. Je hoeft het niet binnen te houden. Gooi het eruit! Vertrouw het aan het papier toe! Een stortvloed aan woorden volgde. Dit was afgelopen zomer. Als ik niet lag te smelten van de hitte, lag ik wel in de knoop met die nieuwe kant van mezelf: de schrijver die zichzelf kwetsbaar op durfde te stellen.

Op een herfstachtige ochtend zei mijn creatieve geest: ‘ik stop er even mee. Als ik klaar ben om weer tevoorschijn te komen, ben je de eerste die het hoort.’ Great. Ik begon toch maar aan de specialisatie Thriller schrijven bij Patricia Snel. Een compleet andere wereld, waar in het begin vooral veel nadruk ligt op de synopsis van een eventueel verhaal waar je mee bezig bent of voor het idee dat in je hoofd leeft. Of het nou een whodunit, spionage- of psychologische thriller is. Na de eerste weerstand over bezig zijn met een synopsis terwijl ik van mezelf weet dat ik intuïtief schrijf en dus nog wel een ziljoen keer mijn verhaallijn zal wijzigen, begon er plezier te komen. Ook omdat ik inmiddels al wat op papier had staan over mijn ontvoerde, geïsoleerde, vers verzonnen personage en dus de mogelijkheid had te herschrijven. Dat is het allerbeste, als je al wat tekst hebt uitgeschreven en je herleest het na een paar weken sudderen. Ik schrijf namelijk ook als die creatieve flow me in de steek laat, omdat ik vind dat ik klei moet hebben om mee te boetseren.

Zo richting het einde van het jaar en ik naast een verlichte kerstboom zit, aan een plakje kersstol met spijs, komt of ik wil of niet, die ene stroom aan emoties los. Bezinning. Ik zal vast niet de enige zijn, to say the least. Vooral na zo’n jaar als dit: de wereld op z’n kop, verdriet, (gebrek aan) solidariteit, verzet, eenzaamheid, afstand nemen, en voor een heleboel mensen betekenden de Corona-maatregelen een transformatie in levensstijl gepaard met nieuwe inzichten. Voor mij betekende het stilte. En daardoor meer ruimte te schrijven. En door het vele schrijven meer duidelijkheid in wie ik wil zijn als schrijver. Op naar een nieuw jaar: dat het ieder voorspoed en goede gezondheid mag brengen. Dat is wel het minste dat we ons dankbaar mogen wensen.

Eleanor S. Ruby (Pseudoniem)


Deel deze blog: