Lennekes wijze raad - door Muriël van den Berg
Daar staat ze. Op de hoek van de Roetersstraat en de Nieuwe Achtergracht. Haar roodbruine krullen wapperen door de wind. Ze draagt een klassieke spijkerbroek met een blauw wit gestreept shirt. Het is Lenneke. Ik wil haar aanspreken, wil haar omhelzen. Maar dat kan niet. Ze zou denken dat ik gek ben. Ik ken haar door en door, maar voor haar ben ik een vreemde.
Divagedrag en nuchterheid
Ik bof met Lenneke, onze vriendschap is pas een jaar oud maar voelt al heel hecht. We zijn samen gaan reizen zonder dat we elkaar goed kenden en zonder dat we wisten waar we precies zouden eindigen. Lenneke is gelukkig niet moeilijk. Ze houdt van lekker eten en drinken, bezoekt graag steden en is avontuurlijk aangelegd. Een tikje divagedrag compenseert ze door een dosis praktische nuchterheid.En het is dankzij haar nuchterheid, dat het boek er nu is. ‘Waarom blijf je zo hameren op die 70.000 woorden’, vroeg ze op een onbewaakt ogenblik. ‘Er zijn toch ook korte thrillers, neem nou dat nieuwe boek van Boris Dittrich.’ ‘Ja Len, maar hij heeft al naam gemaakt’, verzuchtte ik. ‘Dan kun je dat doen. Als debuutauteur moet je gewoon een dikke pil schrijven, dat verwachten de lezers.’ ‘Niets daarvan’, besliste Lenneke. ‘Het is mijn verhaal en ik herken mezelf totaal niet in die ellenlange dialogen van jou. Het lijkt of er een of ander suf miepje aan het woord is. Zo ben ik helemaal niet.’ Ik knikte en gaf haar ruiterlijk gelijk.
Als Lenneke een romantisch type was geweest, was mijn boek er nooit gekomen
Vanaf dat moment ben ik pas echt gaan schrijven. Tijdens mijn dagelijkse treinreis van en naar Amsterdam Zuid vorderde Lennekes avontuur in New York gestaag. Zonder franje, zonder overbodige handelingen. En vooral zonder al teveel zelfkritiek. Ik ben echt blij dat Lenneke kort van stof is. Als zij een romantisch type was geweest, was mijn boek er nooit gekomen. Vertellen en vertonen, spannende dialogen en beeldend schrijven, het blijft voor mij een worsteling.Nu het boek af is ben ik best trots. Maar tegelijkertijd voel ik een zweempje jaloezie. Lenneke staat altijd in het middelpunt van de belangstelling. Als auteur bevind ik mij op de achtergrond. Volkomen terecht overigens, want mijn eigen leven is niet zo opwindend. Lenneke doet onderzoek naar malafide praktijken in de financiële sector. Zelf werk ik voor een degelijke vermogensbeheerder, en ik zit eigenlijk altijd achter m’n bureau naar Excel spreadsheets te koekeloeren. En als ik al op reis ga, ren ik van meeting naar meeting en verveel ik mij op vliegvelden. Maar goed, zonder die verveling was Lenneke er niet geweest. Ze mag me wel eens wat dankbaarder zijn. Ik ga het haar direct vertellen.
Een thriller, daar is het toch veel te dun voor?
Niet begrijpend kijkt de jonge dame mij aan. ‘Lennekie? Who is Lennekie?’ Een toerist, ook dat nog. Voor ik het weet, sta ik met handen en voeten voor de zoveelste keer de weg naar Artis uit te leggen. Linksaf, over de Plantage Muidergracht. Als je de flamingo’s ziet, is het nog een paar honderd meter naar de entree. Kan niet missen. Ik ga Lenneke wel missen als ik volgende week met vakantie ga. Alhoewel, het is ook wel lekker om mezelf weer te horen denken. Al weet ik zeker, dat zij ergens in de Schotse Hooglanden plotseling opduikt en de regie overneemt. Lenneke is dol op spookkastelen. Daar kan ze haar fantasie zo lekker de vrije loop laten. Ter inspiratie ga ik thuis alvast een aflevering van Midsomer Murders kijken.‘Lekker suf die serie’, constateert mijn vriend ‘s avonds, ‘maar echt helemaal jouw ding. Net als je boek, het is niet mijn genre maar ik vind het wel heel knap. Ik snap alleen niet dat je het een thriller noemt, daar is het toch veel te dun voor? En wie is nou die Lenneke? Heb jij haar weleens ontmoet?’