Naar buiten - verhaal door Ingrid Oosten

Met dit verhaal heeft Ingrid Oosten een plek in de top 3 behaald!

Uit de grote hoeveelheid inzendingen zijn 3 topverhalen geselecteerd die we graag met jullie delen. In willekeurige volgorde verschijnen de beste 3 verhalen gedurende deze week op onze blog. Maandag 11 mei maken we via Facebook bekend wie op welke plek is geëindigd en wie er dus met de hoofdprijs vandoor gaat.

Jurylid Manon Duintjer over Naar buiten:

Ingrid beschrijft zonder omhaal van woorden, met treffende details de omstandigheden waarin zij (en velen met haar) nu leven. Vervolgens trekt zij een parallel met een ander verstoord leven. Die overgang is subtiel en daardoor verrassend. Ook zet zij hiermee het ongemak van nu in een ander perspectief. Dat werkt relativerend. Inhoudelijk sterk, goed opgebouwd en mooi geschreven!


Naar buiten

Het is stil buiten op straat. De vogels vliegen heen en weer naar hun nesten, maken ruzie over gevonden broodkruimels. Zij merken niets van het onzichtbare virus. Het virus dat ervoor zorgt dat iedereen binnen blijft. De straten, bioscopen, scholen en restaurants zijn leeg. Het is stil, terwijl het stormt in de wereld.

Waarschuwt de wereld ons voor het gedrag dat we vertonen? Is dit payback time? Slaat de aarde terug omdat we haar leegzuigen alsof ze een derderangs hoertje is? Is dit ons gedwongen moment van verstilling? Van nadenken over hoe het verder moet? Met de wereld, mijn leven en met dat van jou?

Het is stil, maar de wereld draait door.

En ik? Hoe beleef ik deze tijd waarin alles wat gewoon was ongewoon is geworden?

Elke dag halen we ons dagelijkse portie frisse lucht. De ene dag maken we een fietsrondje, de andere dag gaan we een partijtje voetballen en op berenspeurtocht; alles voor een beetje afwisseling.

Onze kinderen geven we om beurten les. Er hangt een dagschema aan de muur waarop staat wanneer we werken, wanneer we eten en wanneer we niks hoeven te doen. Samen maken we keersommen, schrijven een opstel, knutselen een kijkdoos en versieren kaarten voor de eenzame ouderen in het bejaardentehuis.

Mijn agenda is leeg. Alle etentjes, voetbalwedstrijden, dansvoorstellingen en feestjes zijn afgelast. De reis in de meivakantie is geannuleerd.

Ik werk op afstand, zo goed en zo kwaad als het kan. Ik bel, videobel en mail om op die manier het werk te doen waar ik normaal twintig minuten voor in de file sta.

Ik heb tijd om de zolder op te ruimen, het fotoboek van de afgelopen jaren bij te werken en de tuinmeubelen te schilderen. Ik pak alle klusjes op, zodat ik mij niet verveel.

En ik lees.

Ik lees over een puber die ook binnen moest zitten. Ze maakt er maar het beste van met de mensen om haar heen.

Ze maakt haar keersommen voor school, plakt plaatjes van filmsterren op haar slaapkamermuur, geniet van de geschiedenislessen en ze droomt weg.

Ze mist de zon op haar gezicht. Het benauwt haar dat ze nooit naar buiten mag, maar altijd naar dezelfde muren moet kijken.

Ze mist haar vriendinnen met wie ze vroeger uren zat te kletsen. Ze mag hun geen brieven schrijven, want ze mogen niet weten waar ze is.

Haar agenda is leeg voor de komende tijd; geen feestjes, schoolzwemmen, bioscoopbezoek of dagjes strand. Het belangrijkste is nu om onzichtbaar te zijn. De buitenwereld moet denken dat ze niet meer bestaat. Haar lichaam, haar gedachtes, haar ideeën zijn niet belangrijk, ze zijn niet voor deze wereld bestemd.

Uit verveling en afleiding leest ze veel boeken en ze schrijft in haar dagboek.

Ik lees in dat dagboek en besef dat zij 730 dagen binnen heeft gezeten. Van 6 juli 1942 tot 4 augustus 1944 bleef ze binnen, in angst dat er op de deur zou worden geklopt.

En ik schaam me, omdat ik klaag dat ik het saai vind, me verveel. Terwijl ik leef in luxe, met genoeg te eten en via allerlei kanalen contact kan onderhouden met familie en vrienden.

Wij zitten nog maar 40 dagen in ons huis. Anne Frank zat er 730 dagen lang. En toen moesten ze naar buiten.


Deel deze blog: