Nummer 1 schrijfwedstrijd - DOS
De liefde van haar leven
“Dat mag ik alleen zeggen als jullie het nadrukkelijk vragen” zegt de arts. “Hebben jullie niets gezien?” Hij schuift het echoapparaat terzijde. “Jullie krijgen een zoon” zegt hij.We rijden naar huis. “We moeten het aan Pien vertellen” zeg ik tegen mijn man. Hij lacht. “Ga jij het maar aan Pien vertellen”.
Ik zit naast Pien op de vloer. Ze kijkt mij aan. “Je krijgt een broertje” zeg ik. Ze likt mijn hand. Ik aai haar oortjes. Ze staat op. Ze loopt naar haar mand en gaat zuchtend liggen.
Kees wordt geboren. Pien kent geen kindertjes. Kees blijkt de reden van haar bestaan. Ze besnuffelt hem. Staat te trappelen van opwinding. Ze wil Kees van boven tot onder aflikken. Ze ligt naast Kees op het babykleed. Ze slaapt naast zijn box. Ze houdt toezicht als Kees baddert en gaat ‘s ochtends kijken of hij al wakker is. Zet Kees het op een schreeuwen, dan loopt ze zacht piepend heen en weer. Pien is gek op Kees.
Als Kees kan lopen gaan we op een dag naar het strand. Kees en Pien lopen allebei los. Ik loop naar de vloedlijn. Maar Kees komt niet. Hij wil naar het klimrek dat bij een strandtent staat. Ik loop langzaam naar zee. Kees holt naar het klimrek. Als ik mij omdraai zie ik Pien staan. Ze kijkt naar mij. Ze kijkt naar Kees. Ze kijkt nog een keer naar mij. Dan loopt ze resoluut in de richting van Kees. Kees is de baas.
Kees heeft iets gedaan wat niet mag. Ik zit op mijn knieën voor hem. Ik leg uit wat wel en niet mag. Pien komt uit haar mand en duwt haar neus in mijn gezicht. Ze kwispelt. Ik duw haar zachtjes opzij. Weer duwt ze haar neus in mijn gezicht. Van Pien mag Kees alles.
De dierenarts bekijkt de uitdraai van het lab. Ze schudt zwijgend haar hoofd. Pien is ziek, té ziek. We maken een afspraak voor de volgende dag.
Ze ligt op de grond van de behandelkamer. Onrustig, hijgend van de pijn. Ik aai haar. De dierenarts komt binnen en laat de deur op een kier. Kees zit bedremmeld in de wachtkamer. Zijn beentjes bungelen heen en weer. Door de halfopen deur staart Pien naar Kees. Ze wordt rustig. De dierenarts geeft een slaapmiddel. Starend naar Kees glijdt ze langzaam onderuit. Alles is goed. Kees is er.
Lees hier de brief van de nummer 2: Zonder titel - Liberty Biesma
Lees hier de brief van de nummer 3: Pruimentaartje - Claudia C. Maser-Grabner
Meer informatie over de schrijfwedstrijd
Ga terug naar het overzicht van alle blogs