Vergelijkingen - René Appel
Wie zijn tekst beter of mooier wil maken door vergelijkingen te gebruiken, begeeft zich op glad ijs. Dat is op zichzelf uiteraard ook weer een vergelijking, die als vaste uitdrukking tot het Nederlandse idioom behoort. Om de beeldspraak verder door te trekken: wie zich op glad ijs begeeft, loopt het risico uit te glijden en lelijk ten val te komen.
Hieronder volgen enkele voorbeelden van wat mij betreft mislukte vergelijkingen, die er vooral op lijken te wijzen dat de auteur krampachtig heeft geprobeerd ‘mooi’ of ‘literair’ te schrijven:
- De interessante conversatie ging daarbij door tussen Noor en de aangewaaide oom uit Nieuw-Zeeland die gespreksstof over had, zijn mond was zo vol als een worst die je uit kon knijpen.
- De genetische oerkracht van het vaderschap vonkte in hem als een reusachtige bougie.
- Mijn pick-up (auto, RA) kwam met horten en stoten tot leven, als een natte hond die zijn vacht uitschudt.
- Daarboven een neus die ooit door een enorme kracht zo onherstelbaar scheef en plat was geslagen dat hij nu nog het meest leek op een gebruikt en weggegooid condoom.
- Hij neemt een felle trek van zijn sigaret, een geluid als van een gierende windvlaag.
- Een donkere broek sloot nauw om haar heupen en een witte blouse vloeide als room van haar af.
Een enkele vergelijking vinden sommige schrijvers niet genoeg.
Zij blijven doorassociëren en aan de beeldspraak lijkt geen eind te komen, zoals in de volgende passage uit een Nederlandse roman: ‘Het was moeilijk om de richting te bepalen waaruit haar stem kwam, alsof het geluid aarzelde om mijn oren te betreden, liever pootje baadde of zelfs maar voelde: even een voet naar binnen stak, dan weer verdween om het ergens anders te proberen. Haar stem zwierf om me heen als een kouwelijk kind om een zwembad.’De eventuele waardering voor vergelijkingen is natuurlijk volstrekt subjectief. Er zullen zeker mensen zijn die – in tegenstelling tot ik – het bovenstaande fragment prachtig vinden. Wat zie ik nu als een mooie vergelijking? Bijvoorbeeld de volgende uit Kind van de verzorgingsstaat van Rob van Essen: ‘Zoals een vis geen idee heeft van wat water is, had ik geen idee van de verzorgingsstaat.’ Waarom mooi? De ‘ik’ leeft in de verzorgingsstaat zonder het zich werkelijk te realiseren, net als een vis niet beseft dat hij in water zwemt. Tegelijk voelt de ‘ik’ zich in de verzorgingsstaat als een vis in het water.
Natuurlijk moet ik dit blog in stijl afsluiten: Beeldspraak gebruiken is als het aaien van een kat: hij kan tevreden gaan spinnen, maar net zo goed kan hij blazend uithalen met zijn nagels. Een treffende vergelijking? Ik twijfel.
Over de auteur:
René Appel is lid van de Raad van Advies van de Schrijversacademie. René Appels eerste misdaadroman werd gepubliceerd in 1987, Handicap. Daarna verschenen nog veel andere romans en korte verhalen. Vele malen werd een boek van hem genomineerd voor de Gouden strop, de prijs voor het beste Nederlandstalige spannende boek, en twee keer werd een boek bekroond: De derde persoon in 1991 en Zinloos geweld in 2001. Schone handen werd in 2015 succesvol verfilmd met in de hoofdrollen Thekla Reuten en Jeroen van Koningsbrugge. René Appel is ook de auteur van Spannende verhalen schrijven, over de wijze waarop schrijvers spanning kunnen aanbrengen in hun verhaal. Onlangs verscheen van hem Joyride en andere spannende verhalen